Twee wetten uit 2019 maken het mogelijk dat ernstige seksuele misdrijven op minderjarigen niet meer kunnen verjaren. Daarvoor hadden minderjarigen vanaf hun 18de verjaardag nog vijftien jaar de tijd om klacht in te dienen tegen de vermeende dader. Heel wat organisaties en slachtoffers vonden deze periode veel te kort. Na jaren van lobbywerk werd onze gemeenschappelijke eis - de opheffing van de verjaringstermijn - eindelijk in wetgeving omgezet.
De wet houdt nu rekening met de het feit dat aangiften dikwijls helemaal niet of slechts lang na het misbruik plaatsvinden. Allerlei redenen (nabijheid van de dader, vrees voor de invloed van de dader, het trauma zelf en de jarenlange onderdrukking) maken het voor slachtoffers vaak onmogelijk om snel na de feiten klacht in te dienen. De wetgever beseft dat bewijzen doorgaans nog moeilijk te vinden zijn jaren en jaren na de feiten, maar vindt tegelijk dat slachtoffers zich toch nog tot de rechtbank moeten kunnen wenden. Dat is symbolisch belangrijk, zowel voor het verwerkingsproces van de slachtoffers als voor de samenleving. Het is een erkenning van (de omvang van) het probleem.
Beide organisaties vrezen dat deze “emotionele wet” tegen de belangen van de slachtoffers zou ingaan omdat het risico bestaat dat na 15 of 20 jaar de moeilijkheidsgraad van de bewijsvoering alleen maar toeneemt en het aantal vrijspraken dus ook. De twee organisaties roepen wel op om het fundamentele recht van de slachtoffers op schadeloosstelling, de noodzaak om gerechtelijke dwalingen in de loop van de tijd te voorkomen en de rechtszekerheid te waarborgen. Bron: website Association Syndicale des Magistrats
Wij vragen ons af of de rechten van de verdachten (zoals vermeende criminele pedoseksuelen) dan primeren op de rechten van (minderjarige) slachtoffers?
De cijfers van van seksueel misbruik bij minderjarigen (rond de 1 op 5) liggen hoog. Personen die kinderen misbruiken, houden het bovendien vaak niet bij één slachtoffer en zijn soms ook gedurende langere periodes ‘actief’. Schendt een volwassene die een kind misbruikt dan niet de fundamentele rechten van het kind zoals die zijn vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind?
Het beroep tot nietigverklaring op zich lijkt ons een slag in het gezicht van de vele slachtoffers. Wij hopen dat het Grondwettelijk Hof de rechten van de slachtoffers hoog in het vaandel zal voeren.
|