GREVIO: Het beleid rond geweld op vrouwen is relatief onzichtbaar in de Belgische politiek, funding is onvoldoende en onduidelijk, weinig of geen data uitgesplitst naar geslacht, te weinig erkenning van het feit dat geweld vrouwen extra treft, onvoldoende aandacht voor extra kwetsbare vrouwen die met meervoudige discriminatie te maken hebben, vluchthuizen zijn betalend, meer focussen op kinderen in het geval van co-ouderschap zodat ze niet toevertrouwd worden aan daders van geweld...
België moet nog een tand bijsteken in de strijd tegen geweld op vrouwen en huiselijk geweld. Dat blijkt vandaag uit het eerste evaluatierapport van GREVIO, de onafhankelijke expertengroep die de uitvoering van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (2011) in de Europese landen opvolgt.
België ratificeerde het Verdrag in 2016 en bezorgde in 2019 een eerste landenrapport aan GREVIO. Enkele NGO’s dienden vorig jaar een schaduwrapport in over de stand van zaken van overheidsmaatregelen inzake geweld en hadden daarover een overleg met GREVIO.
GREVIO benadrukt hoe gendergerelateerd geweld tegen vrouwen relatief onzichtbaar is binnen het Belgisch beleid. Genderneutraliteit in de titels van wetten, circulaires of actieplannen wordt bestendigd of zelfs verergerd door de tendens om vrouwen en mannen op gelijke, symmetrische voet te plaatsen wat betreft de slachtoffers en de daders van de soorten geweld die onder het verdrag vallen. Genderneutraal beleid brengt het risico met zich mee dat interventies door professionals niet genderbewust zijn en dat kan leiden tot hiaten in de bescherming en ondersteuning van vrouwen. Daardoor kunnen ze nog een tweede keer slachtoffer worden.
Daarom stelde de coalitie van vrouwenorganisaties in het schaduwrapport van 2019 ook voor om een kaderwet uit te werken voor gendergerelateerd geweld, die ook alle vormen van geweld op vrouwen omvat, zowel openbaar als privé. Deze kaderwet zou niet alleen moeten voorzien in de juridische vervolging en behandeling van de daders maar ook in mechanismen voor bescherming, ondersteuning en herstel van slachtoffers, en in preventiemaatregelen van deze vormen van geweld. Dit betekent voor ons ook een wijziging van het huidig wettelijk kader in functie van de vereisten van het Verdrag van Istanbul.
Bovendien, stelt GREVIO in zijn evaluatierapport, is het beleid ter bestrijding van geweld tegen vrouwen traag om het probleem van meervoudige discriminatie te mainstreamen en het volledige scala van door geweld getroffen groepen aan te pakken, ook al bestaan er maatregelen om specifieke doelgroepen, zoals mensen met een handicap, te helpen.
GREVIO uit ook zijn bezorgdheid over het feit dat de financiering van het beleid ter bestrijding van geweld tegen vrouwen moeilijk te ontcijferen is en over de neerwaartse trend en/of de ontoereikendheid van de toegewezen middelen, ook wat de coördinatiemechanismen betreft. De experten van GREVIO stellen het wel de bereidheid van de overheid op prijs om steun te verlenen aan en te werken in synergie met verenigingen die gespecialiseerd zijn in de preventie van geweld tegen vrouwen, maar benadrukt tegelijk ook de verschillen in steun aan dergelijke verenigingen in het hele land, waarbij de overheid in Vlaanderen geneigd is een beroep te doen op een meer generalistische en gestructureerde sector op het gebied van welzijn, volksgezondheid en gezin. Het rapport vestigt ook de aandacht op de financiële onzekerheid waarmee deze verenigingen worden geconfronteerd en de nood aan een voldoende uitgebouwde en structurele financiering.
”De Vrouwenraad voelt zich gesterkt door het rapport van de GREVIOexperten: België blijft in gebreke wat betreft een ècht beleid om geweld op vrouwen te stoppen. Een nieuwe federale regering zonder een prioriteit hiervan te maken zou blijk geven van schuldig verzuim.”
Meer info:
|